Om anderen aan het leren te krijgen, zet je als coach een aantal vaardigheden in. Het inspirerend coachen (Clement, 2015) onderscheidt er zeven. Iedereen heeft ze bewust of onbewust ter beschikking. Om ze te activeren, kan je er weliswaar over lezen of een toelichting beluisteren, maar het zijn geen methodieken of technieken die je zomaar toepast. Je krijgt ze pas echt onder de knie door ermee aan de slag te gaan en feedback te vragen aan collega’s, een begeleider of een coach.

  1. Verkennen en exploreren vormt als eerste vaardigheid de basis voor alle andere. Dat doe je door benieuwd en onbevangen te luisteren naar ervaringen en ideeën, maar ook actief op zoek gaan naar mogelijkheden om naar inclusie te groeien, zowel tijdens kernteambijeenkomsten als in gesprekken met leerlingen, personeelsvergaderingen, overleg met ouders of andere partners, werkgroepen,… Je stelt ook vragen en vat regelmatig samen wat collega’s zeggen tot je samen helder voor ogen krijgt wat je wil leren, hoe je diversiteit en samenwerking in functie van een inclusieve leeromgeving ziet, wie of wat je kan helpen, welke mogelijkheden er zoal zijn en wat je concreet van plan bent om te doen.
  2. Waarderen en bekrachtigen is een aspect van feedback waarbij je veelvuldig bevestiging geeft door klein en concreet te benoemen wat goed of sterk is: een idee, een voorstel, een vraag, iemands inzet, enthousiasme, durf of initiatief,… Bekrachtigen gaat over bewust sterktes in de verf zetten en ondersteunen. Door te waarderen en bekrachtigen leg je een basis om vertrouwen te laten groeien en ieders talenten te versterken. Daarbij sta je als coach model, niet alleen in het geven, maar ook in het ontvangen en echt aannemen ervan.
  3. Betrokken confronteren is een tweede vorm van feedback, waarbij je ook zegt wat je niet ziet zitten, waar je het niet mee eens bent, wat je niet juist of effectief vindt of zou willen bijsturen. Daarbij leer je confronteren op zo een manier dat je de relatie overeind houdt. Zo breng je de samenwerking niet in het gedrang, maar versterkt je ze net. Kritische feedback veelvuldig klein en concreet geven en die zelf ook verwelkomen, zorgt ervoor dat je geen kritiek meer hoeft in te houden of op te stapelen.
  4. Uitdagen gaat over aanmoedigen om grenzen te verleggen en daarbij de nodige ondersteuning aanbieden. Bijvoorbeeld vat je diversiteit werkelijk breed op, leg je de lat consistent hoog voor elke leerling, stimuleer je om leerlingen, ouders en andere partners voluit te betrekken en moedig je ambitieuze acties die streven naar inclusie aan. Daarbij ondersteun je collega’s zodat ze hun zelfvertrouwen vergroten en goesting krijgen om daarin verantwoordelijkheid op te nemen en uit te breiden.
  5. Inspireren gaat over perspectieven verruimen en een nieuwe kijk helpen ontwikkelen. Dat doe je bijvoorbeeld door enthousiasme voor inclusie aan te boren, kennisbronnen en succeservaringen te verkennen, inspirerende adviezen te geven om diversiteit in je klas of team te benutten, de stem van leerlingen en ouders in te brengen, te stimuleren om situaties vanuit verschillende perspectieven te bekijken of een creatieve of innovatieve aanpak te bekijken.
  6. Ruimte geven en toelaten van gevoelens gaat over de kunst om dingen te laten zoals ze zijn, zodat ze vanzelf veranderen. Situaties met veel diversiteit en samenwerking roepen vaak lastige of moeilijke gevoelens op. Je word bijvoorbeeld kwaad als een leerling of ouder je niet begrijpt. Je voelt je bang als je moeilijk gedrag niet onder controle krijgt. Je krijgt weerstand als iemand je een aanpak lijkt op te dringen. Je verschilt van mening over een evaluatie. Of je komt in conflict met een ouder, collega, ondersteuner, CLB-medewerker, therapeut… als die de haalbaarheid van inclusie of de redelijkheid van aanpassingen anders inschat. Welk gevoel zich ook aandient, de kern is dat je het toelaat om er te zijn. Door er nieuwsgierig naar te zijn, geef je het de ruimte die het nodig heeft, ook al is dat niet vanzelfsprekend.
  7. Ontspannen doe je door lichtheid en luchtigheid te brengen in je gesprekken. We weten dat leerlingen veel beter leren als ze ontspannen zijn. Dat geldt evengoed voor leerkrachten en andere volwassenen. Je tracht daarom een sfeer te creëren die uitnodigt om te leren en die fouten verwelkomt als kansen om te ontdekken wat werkt en wat niet. Als coach neem je daarin bewust het voortouw. Dat kan bijvoorbeeld door bekrachtigend te kijken, door ontspannen te ademen en door humor en plezier in je bijeenkomsten te brengen.

Door de zeven vaardigheden vanuit inspirerend coachen in te zetten in je kernteam of team, draag je bij aan een leerklimaat dat

  • verkennend is (via de vaardigheid verkennen en exploreren),
  • feedback verwelkomt (via de vaardigheden waarderen en betrokken confronteren),
  • creativiteit stimuleert (via de vaardigheden uitdagen en inspireren)
  • ontspannen is (via de vaardigheden ruimte geven/toelaten en ontspannen).

Elk van de zeven vaardigheden zet je in tijdens verschillende fasen van je gesprekken en bijeenkomsten. De gespreksstructuur GRROW  helpt je om daarbij structuur en doelgerichtheid te bekomen.