Hoe versterken we onze competenties als inclusieve leerkracht? Hoe past dat bij onze kijk op inclusie, diversiteit en samenwerking?
We staan stil bij wat diversiteit, verbindend samenwerken en een inclusieve leeromgeving in de realiteit van onze klassen en school betekenen. Daarbij vertrekken we van hoe we nu al omgaan met diversiteit en samenwerking en gaan we ervan uit dat iedereen potentieel heeft om te leren en verder te groeien. We verkennen onze sterktes en uitdagingen als inclusieve leerkracht. Op basis daarvan denken we na over wat we zouden willen om onze klaspraktijk nog inclusiever te maken. We verzamelen of maken beeldmateriaal van wat ons al lukt in de praktijk.
De doelstellingen van deze bijeenkomst passen in een professionaliseringstraject gericht op inclusieve leeromgevingen om kwaliteitsvol onderwijs mogelijk te maken voor alle leerlingen, ongeacht hun mogelijkheden of beperkingen, etniciteit, sociale afkomst, taal, gender, religie,... Diversiteit waarderen en benutten en verbindend samenwerken vormen daarbij twee belangrijke hefbomen. Verderop bekijken we wat dat in onze context kan betekenen.
Als het de eerste samenkomst is in dit team of kernteam, nemen we eerst tijd om elkaar te leren kennen. Is deze bijeenkomst ingebed in een werkgroep of team waar we elkaar al kennen, dan is kennismaken misschien niet nodig. Toch kan het ook fijn zijn elkaar nog wat beter te leren kennen. De werkvorm ‘Verkenner: diversiteit in de groep’ bevat een aantal suggesties om de diversiteit in de groep te verkennen.
Een veilig leerklimaat waarin we samen kunnen leren, vraagt ook een aantal werkafspraken. Daarbij is het uitgangspunt dat we samen verantwoordelijk zijn voor ons leerproces en onze resultaten. Volgende richtvragen kunnen helpen om daarover af te stemmen.
Het thema inclusieve leeromgevingen roept meestal heel wat zorgen, uitdagingen en problemen op, zowel in de samenleving als in de realiteit van scholen. De neiging om van die problemen te vertrekken is groot. Potential kiest echter bewust voor een waarderende benadering. We vertrekken van ieders groeipotentieel. Dat zit in élke leerkracht, élke leerling, élke ouder, élk team, élke school en in de samenwerking met élke andere betrokken partner of actor. In plaats van te focussen op tekorten, vertrekken we van wat er al aanwezig is. Dat doen we aan de hand van een krachtige werkvorm: het waarderend interview (Tjepkema e.a., 2015). Bewustwording van je sterktes en er waardering voor krijgen, werkt motiverend. Het biedt erkenning en bevordert de goesting om na te denken over wat je nog zou willen. Het vormt een voedingsbodem om te kunnen groeien en leren.
Wanneer onze school koos voor dit professionaliseringstraject, speelden er allicht een aantal ideeën mee over wat we daarmee willen bereiken. Soms zijn dat grootse dromen. De keuze voor dit traject is echter ook iets persoonlijks. Om ons eigenaar over onze professionele ontwikkeling te voelen, kleuren we dit traject dus best in op een manier die past bij wat wij in onze realiteit nodig hebben en waar wij in willen groeien. Om daar zicht op te krijgen, vertrekken we van vijf essentiële competenties voor inclusie. Die vind je vooraan in de groeibundel, een hulpmiddel om je professionele groei naar inclusie te ondersteunen. Die begint met een soort springplank om in de vijf competentievelden te duiken. De vijf competenties zeggen op zich weinig. Daarom zijn er voor elke competentie een aantal deelcompetenties en voorbeelden opgenomen.
|
Aan de hand van de werkvorm ‘Competentieloep’ denken we na over onze sterktes en uitdagingen. Dat geeft ons een zicht op onze vijf competenties voor inclusie en op groeikansen die we erin zien. Vanuit het ‘Waarderend interview’ kan je de competentieloep eventueel aanvullen voor jezelf of voor elkaar. Misschien kan je vanuit het waarderend interview nog sterktes aanvullen bij je competenties? |
Zowel op basis van sterktes als op basis van problemen of uitdagingen, kan je een leervraag of doel bepalen. Het is belangrijk dat je voor je eigen leerproces bedenkt wat jij in je praktijk vooral wil leren en/of wat je samen met collega’s wil bereiken.
Iedereen stelt zichzelf één leervraag of doel in functie van de eigen klaspraktijk.
Om een doel te bepalen ondersteunen we elkaar met één of meer van de volgende richtvragen. Ze helpen om ons doel concreet te maken en helder voor ogen te krijgen.
Vanuit deze leervragen en doelen kunnen we eventueel ook doelen clusteren.
Na de verkenning van het doel, zet iedereen voor zichzelf vast wat hij op zijn leerweg naar inclusie wil bereiken. Dat kunnen we in de groeibundel doen, zodat we er in verdere bijeenkomsten in een traject van professionele ontwikkeling ook naar kunnen teruggrijpen en op kunnen voortbouwen.
Wat we met het oog op inclusie willen bereiken, is ingebed in de realiteit van onze school- en klaspraktijk. Wat speelt er op vlak van diversiteit en samenwerking mee in onze praktijk? Wat betekenen inclusie, diversiteit en verbindend samenwerken voor ons? Hoe kijken wij ernaar? Hoe kleurt dat wat wij graag willen realiseren?
Om de realiteit op vlak van inclusie in beeld te krijgen, kunnen we ons richten op vier cirkels. Daarbij vertrekken we dichtbij onszelf en deinen we steeds verder uit.
De werkvorm ‘Brainstorm: wat kleurt onze kijk op inclusie?’ bevat vier opdrachten die helpen om die vier cirkels te verkennen:
Naargelang de beschikbare tijd kunnen we bij de brainstorm één of meer keren doorschuiven om achtereenvolgens meerdere opdrachten te doen, bijvoorbeeld in verschillende hoeken of lokalen.
Een brainstorm daagt uit om de realiteit in de school- en klascontext breed te verkennen en allerlei verschillende aspecten te bekijken. Het gesprek gaat daardoor vaak alle kanten uit. Om er achteraf de essentie uit te halen, helpt het om samen te vatten wat we eruit leren. De doelen inclusie, diversiteit en verbindend samenwerken vormen daarbij het aanknopingspunt.
Onze eigen kijk op inclusie, diversiteit en verbindend samenwerken kleurt welk doel we willen bereiken in onze verdere professionele ontwikkeling. Het is interessant om onze visie eens te toetsen aan wat wetenschappers en andere partners erover zeggen. Dat kunnen we vinden onder de inclusieve bril op inclusie, diversiteit en verbindend samenwerk in het online kenniscentrum van Potential.
Als we weten wat we met het oog op inclusie willen bereiken (ons doel) en wat er meespeelt in onze context (de realiteit), kunnen we samen bepalen waarop we onze volgende bijeenkomsten willen focussen. Onze inclusieve bril kleurt namelijk waar we belang aan hechten en waar we samen voor willen gaan. Dat bepaalt hoe wij ons verder professionaliseringstraject zien.
Het professionaliseringstraject van Potential is uitgewerkt op basis van wetenschappelijke inzichten over wat nodig is om je effectief te professionaliseren. Het focust zich achtereenvolgens op ‘Doel en realiteit’ (focus A), ‘Hulpbronnen en acties’ (focus B) en ‘Verbreding en verankering’ (focus C). Om ons te helpen onze professionele ontwikkeling doelgericht en actief in handen te nemen, volgt het traject de cyclus van actieonderzoek. Daarbij doorloop je steeds dezelfde fasen:
|
Je vertrekt van wat je tijdens observaties hebt vastgesteld in de klas of de school. |
Je reflecteert er samen over en plant op basis daarvan acties. |
|
Dat actieplan voer je effectief uit in de praktijk. | |
De observaties van wat lukt en niet lukt, breng je vervolgens mee naar de volgende bijeenkomst. |
|
Daar reflecteer je weer samen en stuur je het plan van aanpak zo nodig bij of wijzigt het. |
Om dit te kunnen doen, is het cruciaal dat iemand dit leerproces faciliteert. We staan samen stil bij de rol die de coach daarin opneemt. Wat doet de coach om ons leerproces te ondersteunen?
Organisatorisch is het soms nog nodig om data, uren en/of een locatie voor de volgende bijeenkomst(en) in te plannen. Dat samen overlopen, maakt het voor iedereen helder. Daarnaast zijn er soms nog vragen over hoe het professionaliseringstraject georganiseerd is. Die leggen we best voor aan de directie en/of andere verantwoordelijken op beleidsniveau. We spreken af wie ze opvolgt en hoe er voorafgaand aan een volgende bijeenkomst over teruggekoppeld wordt.
Als opdracht brengen we de diversiteit in onze praktijk elk in beeld. In de bijeenkomst ‘De doelen scherper in beeld’ reflecteren we dan samen over die beelden. Dat wordt beeldcoaching genoemd, een krachtige werkvorm om van elkaar te leren.
Iedere bijeenkomst bevat kansen om achteraf ervaringen of kennis te delen met het breder schoolteam. Vanuit het ‘olievlekprincipe’ kunnen we bedenken wat we willen delen met collega’s of andere partners. Bijvoorbeeld kunnen we…
We spreken daarbij samen af wie wat, waar, wanneer en hoe we dat gaan doen.
Om af te ronden staan we nog even stil bij hoe iedereen de bijeenkomst ervaren heeft.