‘Hoe kijk je als school naar inclusie, diversiteit en samenwerking? Hoe deel je kennis, inzichten en ervaringen voor een inclusieve klaspraktijk met collega’s? Hoe haal je daar inspiratie uit om als team samen verder naar inclusie te groeien?’
Tijdens het uitwisselmoment met het bredere schoolteam delen we kennis, inzichten en ervaringen vanuit een aantal gerealiseerde doelen en acties die zich richten op een inclusieve klaspraktijk.
Daarbij vragen en geven we elkaar wederzijds feedback. Die benutten we om samen sterker te worden als team en om verdere leerkansen en acties te bedenken om te groeien als inclusieve school.
De doelstellingen van deze bijeenkomst passen in een professionaliseringstraject gericht op inclusieve leeromgevingen om kwaliteitsvol onderwijs mogelijk te maken voor alle leerlingen, ongeacht hun mogelijkheden of beperkingen, etniciteit, sociale afkomst, taal, gender, religie,... Diversiteit waarderen en benutten en verbindend samenwerken vormen daarbij twee belangrijke hefbomen.
De bijeenkomst bestaat uit drie mogelijke delen of bouwstenen, die zich elk op één van die doelstellingen richten. Deel 1 en 3 van dit uitwisselmoment kan je in principe inbouwen op om het even welk moment waarop je met je schoolteam of breder team samenkomt. Om tot optimale kennisdeling en ervaringsuitwisseling te komen, volgt dit uitwisselmoment ideaal gezien op andere bijeenkomsten of werkvormen waarin leerkrachten samen kennis en ervaringen hebben uitgewisseld in functie van een inclusieve klaspraktijk. Vooral deel 2 is daarop gericht. Je stelt dat deel dus best uit of past het aan als er in je team vooraf nog geen kennis of ervaringen gericht op een inclusieve klaspraktijk zijn uitgewisseld.
Voor dit uitwisselmoment is er een ontwerppresentatie ontwikkeld (zie downloadbaar materiaal). In de notitiepagina’s onderaan staat telkens aangegeven welke slides je volgens de ontwerpers en scholen van Potential kan uitkiezen als basisslides en welke eerder uitbreidingsslides vormen. De presentatie is bewust een ontwerppresentatie. We zien ze dus louter als hulpbron om aan te passen aan de stijl van het (kern)team en de cultuur van de school. Slides schrappen, bewerken en eigen slides toevoegen is dus de bedoeling.
De directie of een collega van het team heet alle collega’s welkom. Deze persoon of een collega van het (kern)team schetst ook de doelen van het professionaliseringstraject (inclusieve leeromgevingen creëren, diversiteit waarderen en benutten, verbindend samenwerken) en situeert ze in ons eigen traject van professionele ontwikkeling. We concretiseren welke betekenis deze doelen hebben voor de praktijk in onze schoolcontext. We geven aan dat we willen stilstaan bij onze visieontwikkeling: waar staan we voor en wat willen we realiseren op gebied van diversiteit waarderen en benutten en verbindend samenwerken?
Om samen met de collega’s na te denken over onze visie op inclusie, diversiteit en samenwerking, kunnen we aan de slag met een filmpje, de inclusieve bril en/of cartoons uit de werkvorm ‘Brainstorm: wat kleurt onze kijk op inclusie?’ (cfr. de bijeenkomst ‘Van realiteit naar doel’).
We kunnen ook werken met een aantal stellingen, quotes of oneliners die we vaak horen als het over inclusie gaat. In hoeverre maken wij die echt waar? Hoe concretiseren wij die algemene principes in onze schoolcontext? Wat betekenen ze voor ons?
Hoe kijken wij naar inclusie in onze school? Hoe inclusief kleuren wij onze bril in?
Als we weten wat we beogen met diversiteit en samenwerken in een inclusieve leeromgeving, kunnen we kijken naar de competenties die we ervoor nodig hebben. Want inclusie klinkt mooi, maar hoe maken we het als leerkracht waar? We vertrekken daarbij van de vijf essentiële competenties voor inclusie. Die staan in de basisslides van de ontwerppresentatie. Ze zijn vrij algemeen geformuleerd. Hoe zie je concreet of een leerkracht die competenties heeft? In de groeibundel staan een aantal deelcompetenties en voorbeelden.
Met de werkvorm competentieloep kunnen we onze sterktes en uitdagingen inschatten en bepalen wat wij willen leren, wat onze leervraag of doel kan zijn. Eventueel kunnen we bij die reflectie de richtvragen uit de (eerste bladzijden van) de groeibundel als hulpmiddel gebruiken.
Om met elkaar in dialoog te gaan, kunnen we de werkvorm waarderend interview doen per twee (cfr. de bijeenkomst ‘Van realiteit naar doel’). Die vertrekt van een waarderende benadering en richt onze aandacht op aanwezige sterktes, op wat ons al lukt. Van daaruit kunnen we samen nadenken over eigen sterktes en uitdagingen in de praktijk. Dit vraagt iets meer tijd dan individueel reflecteren, maar het biedt een interessante opstap om van elkaar te leren.
Om verder na te denken over onze competenties gericht op diversiteit waarderen en benutten kunnen we aan de slag met de werkvorm ‘Top vijf’. Die sluit aan bij het wetenschappelijk inzicht dat leerkrachten die diversiteit goed opmerken en kunnen beargumenteren wat ze doen om diversiteit te waarderen en benutten, zich sterker voelen in. Vanuit dat idee heeft het onderzoek van Potential een brede groep onderwijsprofessionals bevraagd: lerarenopleiders, pedagogisch begeleiders, ervaren leerkrachten en onderwijsonderzoekers. Zij bekeken en vergeleken een aantal videoclips van Vlaamse klassituaties en argumenteerden waarom ze vonden dat bepaalde leerkrachten in hun handelen meer of minder bijdragen aan een inclusieve leeromgeving. Zo ontstond een lijst van wat we leerkrachten zoal zien doen om de diversiteit in de groep op te merken en om erop in te spelen. In de ontwerppresentatie vind je twee deelaspecten: wat kan een leerkracht enerzijds inzetten op vlak van interacties met leerlingen en anderzijds op vlak van werkvormen en aanpak? In kleine groepjes maken we op basis daarvan onze eigen top vijf. Daarover wisselen we van gedachten aan de hand van de volgende richtvragen.
Om na te denken over onze competenties gericht op verbindend samenwerken met diverse partners, kunnen we de werkvorm ‘Sociaal netwerk in kaart’ benutten (cfr. de bijeenkomst ‘Op zoek naar kennis en andere hulpbronnen’). Dat collega’s en andere partners’ een belangrijke hulpbron kunnen zijn om inclusieve leeromgevingen te creëren, bleek ook bij focus B (Hulpbronnen en acties). Uit onderzoek blijkt daarbij dat vier dimensies belangrijk zijn om in een sociaal netwerk tot effectief leren van elkaar te komen:
Eén van de volgende werkvormen kunnen we benutten om hier met het hele team aan te werken:
Hoe delen we onze kennis en ervaringen gericht op de competenties voor inclusie vanuit eerdere bijeenkomsten met onze collega’s van het bredere schoolteam? Hoe wordt onze leerweg in de praktijk een springplank voor onze collega’s om samen naar inclusie toe te groeien? We vertellen aan elkaar wat wij in de praktijk al geleerd hebben op basis van onze eigen doelen en acties gericht op inclusieve leeromgevingen.
Als er een bijeenkomst ‘Verdieping en verbreding’ met een (kern)team voorafging, kunnen we hier delen wat we bij de deelronde ‘leerweg in beeld’ verzamelden.
Vond er vooraf geen bijeenkomst ‘Verdieping en verbreding’ plaats, dan kunnen we de metafoor van de schoenen uit die deelronde eventueel hier benutten (zie Materiaal). We kunnen ook een eigen beeld, één of enkele woorden, zinnen of beelden zoeken om met elkaar te delen wat dat betekent voor diversiteit waarderen en benutten en verbindend samenwerken gericht op inclusieve leeromgevingen in onze eigen praktijk.
Als er in ons professionaliseringstraject al eerdere bijeenkomsten plaatsvonden met een (kern)team, kunnen we van daaruit één of meer hulpbronnen voorstellen die we inspirerend vinden voor het bredere schoolteam. Ook als er geen eerdere bijeenkomsten waren, kunnen we één of meer hulpbronnen en werkvormen uitkiezen die ons inspirerend lijken.
Werken in kleinere (deel)groepen helpt om in te spelen op de diversiteit onder de collega’s en de verschillen in ieders leervragen, doelen en noden. Daarbij kan er bijvoorbeeld een doorschuif zijn waarbij collega’s in kleinere groepjes langsgaan bij de kernteamleden, die zich dan verspreiden over verschillende hoeken en/of lokalen. Het werkt motiverend als iedereen in aansluiting bij de eigen sterktes en uitdagingen kan kiezen welke hoeken/lokalen hij of zij wil verkennen. In de ontwerppresentatie vind je een aantal mogelijkheden uitgewerkt voor verschillende hoeken:
We bedenken hoe we samen sterker kunnen worden in onze ‘power to teach all’ door inclusieve leeromgevingen te creëren, diversiteit te waarderen en benutten en verbindend samen te werken. Daarbij stimuleren we collega’s om met inzichten of ervaringen uit dit uitwisselmoment aan de slag te gaan in hun klaspraktijk. Zo verbreden we onze doelen en acties naar het hele team. We nodigen de collega’s dus uit om aan te geven wat zij uit de uitwisseling leren en wat zij willen doen in hun klaspraktijk. De ontwerppresentatie bevat de volgende richtvragen om collega’s aan te moedigen tot een kleine stap of actie in hun eigen context. Daarbij vertrekken we van ‘idea keepers’ en trachten we ‘idea killers’ achterwege te laten, cfr. de posters.
De groeibundel moedigt aan om de ideeën voor eigen acties in de klas- en schoolpraktijk ook te noteren. Dat helpt om acties effectief uit te voeren, samen op te volgen, elkaar te ondersteunen bij de implementatie en expertise nadien ook verder te delen.
Als we meer tijd nemen kunnen we ieders eigen doel en actieplan ook verder concretiseren via de werkvorm ‘Design studio: doel in het vizier’ (cfr. de bijeenkomst ‘De doelen scherper in beeld’).
Feedback van de collega’s is cruciaal in functie van onze verdere professionalisering in het schoolteam en om te leren uit wat we samen hebben gedaan. Wat betekenen de doelen en acties, de afgelegde leerweg en/of bepaalde hulpbronnen voor onze school? Welke ideeën, waardering en/of kritische feedback hebben onze collega’s? In de bijeenkomst ‘Borging en verankering’ kunnen we daarmee verder aan de slag.
Met de werkvorm ‘schrijfmuur’ kunnen we feedback verzamelen op een oogstmuur, ideeënmuur en/of evaluatiemuur. In de ontwerppresentatie vind je er een aantal richtvragen voor. We kunnen ze aanpassen naargelang wat aan bod kwam en wat we willen belichten.
We kunnen ook eindigen met een doordenker of uitsmijter of een andere werkvormen. Daarvoor kunnen we onder meer inspiratie halen uit de slotronde in de eerdere bijeenkomsten van het professionaliseringstraject.