Deze werkvorm is bedoeld om in beeld te brengen hoe je acties bijdragen aan een inclusieve leeromgeving voor alle leerlingen. Hiervoor ga je aan de slag met beeldmateriaal van je klaspraktijk. Onderzoek leert ons namelijk dat leerkrachten veel leren door hun eigen handelen in beeld te brengen en daar samen met anderen over te reflecteren.
Deze werkvorm veronderstelt dat je aan de slag gaat met beeldmateriaal uit de klaspraktijk. Hiervoor zijn er twee opties: werken met eigen beeldmateriaal of met bestaand beeldmateriaal zoals een online filmclip van Potential. Het werken met eigen beeldmateriaal geeft meer kansen om van de eigen en elkaars klaspraktijk te kunnen leren. Dit vraagt echter wel de nodige veiligheid. Om een gevoel van veiligheid te creëren, is het belangrijk om de beeldcoaching goed voor te bereiden met je collega’s. Zo geef je hen best een duidelijke opdracht ter voorbereiding. In het Potential-traject hebben wij met de volgende beeldopracht gewerkt:
Misschien haalt filmen je collega’s uit hun comfortzone. In dat geval bespreek je op voorhand wat er nodig is opdat iedereen zich hier veilig bij kan voelen. Hiervoor kan je de volgende richtvragen benutten:
Om een gevoel van veiligheid te creëren, maak je op voorhand best een aantal concrete afspraken.
We bekijken elkaars korte filmclip, foto’s of ander beeldmateriaal en denken samen na over hoe we omgaan met diversiteit. We hebben daarbij aandacht voor de wisselwerking tussen wat de leerkracht doet (in interactie, in voorbereiding, in organisatie, in werkvormen en aanpak) en wat het effect op de klas is. Om onze competenties voor inclusie te versterken, is het van belang om gericht te zijn op waar we het verschil maken als leerkracht, waar we als leerkracht ertoe doen. Hierbij is het doel om waarderend naar elkaars klaspraktijk te kijken en om zicht te krijgen op elkaars sterktes en mogelijke groeikansen. De beelden en de dialoog erover leiden in korte tijd tot verrassende inzichten. Het uitgangspunt is leren van jezelf en van elkaar.
We werken best per twee of drie, dan kan iedereen iemand kiezen met wie het veilig aanvoelt om naar de eigen beelden te kijken. Eén persoon brengt eerst aan de hand van het eigen beeldmateriaal aan hoe hij of zij omgaat met diversiteit in de klaspraktijk. Daarna geven de collega’s hun observaties en reflecties. Na een 20-tal minuten wisselen we de rollen om. We proberen deze volgorde aan te houden.
Aanbrenger:
Collega(’s):
Na de beeldcoaching noteert iedereen voor zichzelf wat hij hieruit meeneemt.
Als het (nog) niet gelukt zou zijn om voor eigen beeldmateriaal te zorgen, is er beeldcoaching mogelijk aan de hand van een online filmclip van een leerkracht buiten de eigen school. Een aantal Vlaamse basis- en secundaire scholen stelden daarvoor een aantal filmclips beschikbaar voor Potential. Met een online filmclip kan je de werkvorm voorafgaand samen inoefenen. Je kan ook een filmclip voorzien als uitbreiding voor wie snel klaar is. Bij beeldmateriaal uit andere scholen kan je de richtvragen als collega(’s) even goed beantwoorden. Waardeer wat je ziet lukken, wissel uit welke vragen de situatie oproept en tracht ze samen te beantwoorden en bespreek hoe de beelden je kunnen inspireren voor de eigen praktijk.