Deze werkvorm is bedoeld om na te gaan wat er in de realiteit van je school- en klaspraktijk meespeelt op vlak van diversiteit en samenwerking. Wat betekenen inclusie, diversiteit en verbindend samenwerken voor mij? Hoe kijken we ernaar als schoolteam? Om de realiteit op vlak van inclusie in beeld te krijgen, richt je je op vier cirkels. Daarbij vertrek je dichtbij jezelf en dein je steeds verder uit.
Deze werkvorm bevat vier opdrachten die helpen om die vier cirkels te verkennen:
Ideaal vorm je duo’s of trio’s die elk met een opdracht beginnen. Elke deelgroep kan eventueel kiezen met welke opdracht hij begint. Om zeker te zijn dat iedere insteek aan bod komt, is het handig om te verdelen wie met welke opdracht begint. Na een 10-tal minuten geef je een seintje om over te schakelen naar een volgende opdracht. De groepen schuiven door tot een eindsignaal volgt.
Deze werkvorm helpt je stilstaan bij je eigen kijk op inclusie en doet je beseffen door welke bril je naar diversiteit en samenwerking kijkt. Zie werkmateriaal download. Het is de bedoeling dat je de reflectievragen eerst individueel beantwoordt. Daarna kan je erover in gesprek gaan met je collega(‘s).
Je persoonlijk referentiekader bepaalt hoe je naar de wereld kijkt, hoe je de wereld interpreteert en erin handelt. Je eigen overtuigingen werken daarbij als een filter voor wat je zal doen (Roose e.a., 2019; Keppens e.a., 2019; Ferbuyt e.a., 2017). Dit soort overtuigingen kleuren in welke mate je opportuniteiten zal zien om de diversiteit in je klas te waarderen en benutten en om verbindend samen te werken met diverse partners.
Wat maakt nu dat je zo kijkt en dat je die overtuigingen hebt? Uit onderzoek blijkt dat het kan helpen om samen met collega’s stil te staan bij je eigen kijk en je bewust te worden van je lenzen (www.diversito.be). Bedenk daarom hoe elk van de volgende lenzen je manier van kijken kleurt en ga erover in gesprek met een collega.
Hoe ziet jouw inclusieve bril er nu uit? Vat samen in een aantal kernwoorden wat jouw kijk op inclusie typeert.
Toon je bril dan aan een collega en wissel van gedachten over deze vragen:
Bekijk twee online filmclips waarin je telkens een leerkracht bezig ziet in de klas.
Lager onderwijs | ||
Secundair onderwijs |
Bespreek ze aan de hand van deze richtvragen:
Je kan de woordspinnen als hulpbron gebruiken (zie download). Ze bevatten aspecten die volgens onderzoek belangrijk zijn als leerkrachten inclusief willen werken in (1) hun interacties met leerlingen en (2) hun werkvormen en aanpak. |
Voor deze opdracht kan je werken met een aantal cartoons (Giangreco, 1998; 1999; 2000) rond samenwerking. Bekijk ze en kies één cartoon die je herkenbaar of confronterend vindt (download).
Licht toe aan je collega(’s)… Deze cartoon confronteert mij, omdat… Deze cartoon is herkenbaar voor mij, omdat… Wat zeggen deze cartoons over wat er in de samenwerking op je school belangrijk of nodig is? |
Bekijk het fragment ‘Het schooltje’ (3’14) uit Willy’s en Marjetten (Woestijnvis, 2006).
Wissel vervolgens uit met je collega’s:
Dit werkblad kan gebruikt worden om de kernwoorden te noteren
Deze woordspinnen kunnen een hulpbron zijn om de videoclips te bespreken.
Deze cartoons geven je inspiratie om uit te wisselen rond samenwerking.
Wil je meer weten over hoe je een inclusieve kijk kan ontwikkelen, klik dan hier.
Wil je meer weten over wat wetenschappers en andere partners zeggen over diversiteit, verbindend samenwerken en inclusie, klik dan hier.
Wil je nog meer inspirerende werkvormen rond dit thema, Van Realiteit naar Doel klik dan hier of rond een uitgebreidere werkvorm rond het bespreken van opvattingen Kijken doet leren: epic- video instrument als reflectietool klik dan hier.