Deze werkvorm is bedoeld om je sociaal netwerk in kaart te brengen en helpt je om een krachtig netwerk uit te bouwen in functie van inclusie. Samenwerking en het hebben van een krachtig netwerk zijn belangrijke factoren in het realiseren van inclusief onderwijs. Bij het uitbouwen van een krachtig netwerk, is het belangrijk dat je bedachtzaam en doelgericht te werk gaat: met wie en op welke manier wil je samenwerken? Is er voldoende diversiteit in je netwerk? Wat heb je als leerkracht nodig (bijvoorbeeld een luisterend oor, nieuw lesmateriaal, …) en vind je dit in je netwerk? Door stil te staan bij deze vragen en vervolgens gericht jouw samenwerking vorm te geven, kan je als leerkracht een krachtig netwerk uitbouwen.
De idee van een krachtig netwerk sluit aan bij het ‘social capital perspective’. ‘Social capital’ (sociaal kapitaal) verwijst naar de sociale relaties die iemand heeft en de hulpbronnen (informatie, materiaal,..) en voordelen die deze relaties met zich mee kunnen brengen. Om jouw sociaal kapitaal te verkennen en benutten, helpt het om inzicht te krijgen in je eigen netwerk en in het potentieel daarin, de kansen en sterktes die het biedt op vlak van diversiteit waarderen en benutten, verbindend samenwerken en inclusieve leeromgevingen creëren. Het ‘netwerkdenken’ is in het onderwijs echter nog vrij nieuw.
Een belangrijke stap is dat je je bewust wordt van hoe je je sociaal netwerk benut in functie van het omgaan met diversiteit in de klas en wat de sterke en minder sterke kanten zijn van jouw netwerk. Hoe doe je dit nu en hoe zou je dit willen doen? Sta daarbij niet alleen stil bij het aantal mensen met wie je samenwerkt, maar ook bij de kwaliteit van de samenwerking en de diversiteit in je netwerk. Met meer mensen samenwerken is immers niet altijd beter… Diversiteit kan hierbij gaan over verschillen in leeftijd, ervaring, visie en functie van de personen in je netwerk, maar ook over verschillen in de vorm van ondersteuning die je aan deze mensen vraagt. Een divers netwerk blijkt belangrijk om tot nieuwe ideeën te komen. Om complexere zaken aan te pakken, zoals het zoeken naar geschikte compenserende maatregelen zodat Toon en Shannon de onderwijsdoelstellingen kunnen behalen, blijkt het waardevol om samen te zitten met partners waarmee je vaak samenwerkt of waar je al een hele tijd mee samenwerkt. Zij kennen jou, de leerlingen en de situatie immers. Partners waarmee je doorgaans niet (vaak) samenwerkt of die je (nog) niet goed kent, kunnen dan weer zorgen voor een frisse blik of een nieuw idee. Het stilstaan bij voorgaande kenmerken van het netwerk, kan jou helpen om sterke en minder sterke kanten van jouw netwerk bloot te leggen. In het hoofdstuk ‘Een krachtig netwerk: wanneer past het schoentje’ (Sannen, 2019) uit het boek ‘Vol Potentieel. Krachtig lesgeven in diversiteit’ worden deze kenmerken uitgebreider toegelicht. Bedenk ook steeds dat het in kaart brengen van je sociaal netwerk een momentopname is. Na verloop van tijd kan je netwerk er heel anders uitzien.
In het verkennen van je sociaal netwerk staan drie vragen centraal:
Eerst brengt iedereen zijn sociaal netwerk visueel voor zichzelf in beeld.
Vervolgens reflecteer je individueel of wissel je uit in duo/trio aan de hand van de volgende richtvragen:
Wil je meer weten over diversiteit, verbindende samenwerking en inclusieve leeromgevingen, klik dan hier.
Wil je meer weten over sociale netwerken en hoe je die kan inzetten om inclusie te realiseren, klik dan hier.