De verzuchting leeft dat inclusie pas kan slagen met voldoende middelen voor personeel, ondersteuning in de klas, kleinere klasgroepen...  Je kan daar weliswaar voor ijveren en het beleid trachten te beïnvloeden via koepels en vakbonden, maar het financiële en personeelskader kan je op korte termijn meestal niet veranderen. Hoe kunnen leerkrachten inclusief onderwijs nu realiseren met beperkte middelen, zonder zichzelf en hun leerlingen tekort te doen? Prochnow, Kearney en Carroll-Lind (1999) onderzochten wat leerkrachten daarbij nodig zeggen te hebben. Alle leerkrachten duiden unaniem financiële middelen aan als belangrijkste voorwaarde om kwaliteitsvol inclusief onderwijs te realiseren. Daarnaast zien ze nog zes factoren die nodig zijn:

  • tijd krijgen om samen te werken met collega's, tijdens en buiten de schooluren;
  • een schoolcultuur creëren waarin leerkrachten kunnen ventileren en steun krijgen;
  • schoolbrede initiatieven of programma’s opzetten, bijvoorbeeld met peer tutoring tussen leerlingen;
  • een duidelijke en formele communicatie uitbouwen tussen leerkrachten, ouders en externen;
  • ondersteuning eerder aan leerkrachten dan aan individuele leerlingen binden;
  • de professionaliteit die al aanwezig is in de school, benutten om in te spelen op de noden van leerkrachten, bijvoorbeeld door leerkrachten met weinig ervaring de kans te geven om een ervaren leerkracht te observeren in de klas.

De zes factoren hebben gemeen dat ze allemaal voldoende tijd vragen om er als team samen aan te kunnen werken en in te kunnen groeien.  Daar wil Potential op inzetten door samen een professionsaliseringstraject aan te gaan.

 

Twintig contacturen samen leren in acht bijeenkomsten

Hoeveel tijd je precies moet inplannen om samen te professionaliseren, hangt af van het doel dat je tegen het einde van je traject wil bereiken. Professionalisering gericht op oppervlakkige kennisverwerving vraagt minder tijd dan trajecten waarin je een diepgaand leerproces nastreeft om te groeien in je overtuigingen en opvattingen (van Keulen e.a. (2015). Om inclusief te leren werken, is dat laatste nochtans essentieel.

Door Potential hebben we de tijd genomen om zaken uit te proberen, te zoeken en er bewuster bij stil te staan hoe we naar diversiteit en inclusie kijken. Die uitwisseling werd algemeen positief onthaald en had zeker een invloed op onze samenwerking.

Vanuit criteria om effectieve leerwinst te bekomen, vragen Merchie e.a. (2015) voor een effectief professionaliseringstraject minstens twintig uren, met voldoende spreiding in de tijd. Potential stelt daarom een traject voor dat bestaat uit acht bijeenkomsten  van telkens twee à drie uur.  Elke school kan daarbij flexibel bekijken wat ze in haar context haalbaar kan organiseren.

  • Scholen die met het hele team samen aan de slag gaan, hebben in principe een bijeenkomst minder nodig, omdat ze geen uitwisselmoment meer hoeven in te bouwen om kennis te delen vanuit het kernteam met het bredere schoolteam.
  • Scholen spreiden bijeenkomsten soms over twee schooljaren.
  • Als twintig uur vrijmaken voor je team een huzarenklus blijkt, kan je beginnen met kleinere initiatieven, in de hoop dat die smaken naar meer en later hoger in de prioriteitenplanning kunnen komen…

De volgende school ging een flexibel traject aan binnen het Potential-project, zie film. 

Priori-tijd maken voor een intens professionaliseringstraject gericht op inclusie

Investeren in gezamenlijke professionalisering gericht op inclusie vraagt:

  • een bewuste, overtuigde keuze voor het traject, omdat je het waardevol vindt vanuit de visie en het beleid van de school: pas als je het zelf echt wil, ga je met gedrevenheid op zoek naar manieren om het waar te maken;
  • een gedoseerde prioriteitenbepaling, zodat je gericht inzet op wat in jouw context van belang is om kwaliteitsvol onderwijs te bieden aan al je leerlingen;
  • vooruitziendheid en creativiteit bij directie, middenkader en administratie, onder meer om een uitwisselmoment met het bredere schoolteam in de vorm van een pedagogische studiedag of personeelsvergadering in te plannen en collega’s vrij te roosteren voor gezamenlijke bijeenkomsten. Potential reikt een aantal opties aan die scholen daarvoor kunnen benutten.

“De leerkrachten vinden het traject intensief, geven aan het interessant en verrijkend te vinden, maar zitten er soms mee hun klas er een ganse namiddag voor in de steek te moeten laten. Als coach ga ik met hen bespreken wat we eventueel kunnen doen om rekening te houden met die bezorgdheid”.