• Thema Thema: Hoe kijk je naar diversiteit? , Wat doe je in de klas?, Hoe kan je samenwerken?, Hoe werk je aan professionele groei? , Competenties, Doelgericht werken en Coaching
  • Duurtijd Duurtijd: 160- 190min
  • Media Media: Werkvorm en reflectie-instrument, Kennis & informatie en Multimedia

Hoe dragen onze acties in de praktijk bij aan een inclusieve leeromgeving? Welke vervolgacties kunnen we ondernemen? Wie of wat kan ons daarbij ondersteunen?

  • Bijeenkomst (kern)team in een traject van professionele ontwikkeling
  • Gericht op focus B (Hulpbronnen en acties) - verderbouwend op focus A (Doel en realiteit).

DOELEN

  • Je brengt in beeld hoe jouw acties bijdragen aan een inclusieve leeromgeving voor alle leerlingen door enerzijds diversiteit te waarderen en benutten en anderzijds verbindend samen te werken met diverse partners.
  • Je stuurt je doelen bij of stelt er nieuwe, bepaalt welke vervolgacties je gaat ondernemen en welke ondersteuning je daarbij aan wie zal vragen.

WERKWIJZE

Bij het uitproberen van onze acties in de praktijk boren we verschillende hulpbronnen aan. Dat laat ons toe in woord en beeld aan elkaar te verhelderen hoe we diversiteit waarderen en benutten en hoe we verbindend samenwerken met diverse partners.

We denken samen na over hoe onze acties bijdragen aan een inclusieve leeromgeving voor alle leerlingen en wat daar nog voor nodig is. Op basis daarvan sturen we onze doelen bij of stellen er nieuwe. We bepalen de vervolgstappen voor ons verder handelen.

1. Tuimelen en buitelen: hoe voel ik mij bij mijn leerweg?

De doelstellingen van deze bijeenkomst passen in een professionaliseringstraject gericht op inclusieve leeromgevingen om kwaliteitsvol onderwijs mogelijk te maken voor alle leerlingen, ongeacht hun mogelijkheden of beperkingen, etniciteit, sociale afkomst, taal, gender, religie,... Diversiteit waarderen en benutten en verbindend samenwerken vormen daarbij twee belangrijke hefbomen.

Als deze bijeenkomst onze eerste bijeenkomst is, kunnen we eerst kennismaken, bijvoorbeeld aan de hand van de werkvorm ‘Verkenner’ en/of ‘Waarderend interview’ en dit ‘tuimelen en buitelen over de leerweg tot nu toe’ overslaan.

  • Aanknopen bij vorige bijeenkomsten

Deze bijeenkomst knoopt aan bij de bijeenkomsten ‘Op zoek naar kennis en andere hulpbronnen’ en ‘De stem van ouders en leerlingen’. In een proces van actieonderzoek doorlopen we hierbij een tweede cyclus, gericht op focus B (Hulpbronnen en acties), na focus A (Doel en realiteit). Acties realiseren en hulpbronnen benutten in de klas en school staat daarbij centraal. In de vorige bijeenkomsten reflecteerden we aan de hand van een eigen doel over stappen in de richting van inclusieve leeromgevingen en bespraken we wie of wat ons daarbij kan helpen. We leerden de stem van leerlingen en ouders benutten en kwamen zo tot een vernieuwd actieplan.  

  • Deelronde

Als het goed is brachten we dus eigen acties in de praktijk om bij te dragen aan een inclusieve leeromgeving. Inclusieve leeromgeving creëren is echter een uitdagend en ambitieus doel. Want ook al hebben we al stappen gezet om diversiteit te waarderen en benutten of verbindend samen te werken, daarom vinden we onszelf nog niet altijd gegroeid in onze competenties voor inclusie. Met materialen of beelden kunnen we wel aangeven dat we erin op weg zijn, dat we aan het leren en in beweging zijn. Een leerproces verloopt immers nooit lijnrecht. Het vraagt vallen en opstaan en voelt niet altijd comfortabel aan. We maken daarom eerst ruimte voor  

  • hoe we ons voelen bij onze realisaties tot nu toe en hoe we ons leerproces beleven; 
  • wat we nog nodig hebben om een inclusieve leeromgeving op maat van al onze leerlingen te bereiken.

Op basis daarvan kunnen we elkaar ook gerichter waarderen, inspireren en uitdagen om door te zetten. We kunnen hierbij vertrekken van de volgende richtvragen:  

Gericht op inclusieve leeromgevingen werkte je aan een eerste stap/actie in de richting van je doel…

  • Hoe voel je je bij wat je uitprobeerde en leerde?
  • Wat heb je nu nodig? Waar ben je naar op zoek?

Veel mensen vinden het niet gemakkelijk om te verwoorden wat ze voelen en nodig hebben. Vaak werkt het ondersteunend om een beeld te kiezen dat je gevoel en je behoefte weergeeft.

  • Een krachtig hulpmiddel zijn de behoeften en gevoelenskaarten vanuit verbindende communicatie. Op de gevoelenskaarten staan bijvoorbeeld gevoelens afgebeeld  zoals trots, onrustig, krachtig, ontgoocheld, ontspannen,... Op de behoeftenkaarten vind je behoeften zoals behoefte aan duidelijkheid, vertrouwen, respect, samenwerking, creativiteit...
  • Gericht op gevoelens zijn er afbeeldingen beschikbaar vanuit diverse werkvormen, zoals bijvoorbeeld de BLOBkaarten. Wie geen educatief materiaal kan ontlenen of aankopen, vindt in de presentatie  een aantal beelden. Voel je vrij om eigen beelden te gebruiken of toe te voegen. Voorzie best voldoende beelden, zodat iedereen voldoende inspiratie en keuze heeft.
  • Om te concretiseren wat je nodig hebt, kan je het overzicht van mogelijke hulpbronnen  vanuit Potential ook benutten.

2. Observeren om te leren

Vanuit hoe we ons voelen bij onze leerweg en wat we nodig hebben, zoomen we in op onze acties. Daarbij reflecteren we samen over

  • hoever we staan in de realisatie van onze doelen en
  • wat we eruit leren over wat in onze context werkt om leeromgevingen inclusiever te maken

De praktijkopdrachten stimuleerden ons om tot een zichtbaar of tastbaar resultaat te komen, hoe klein dat ook is. Sommigen maakten misschien een filmclip, foto of (beeld)materiaal van hoe ze diversiteit waarderen en benutten. Anderen hebben misschien een verslag of ander resultaat van een gesprek met leerlingen, ouders of andere partners,... Dat materiaal vormt het aanknopingspunt om ons eigen handelen in beeld te brengen en er samen over te reflecteren. Daarbij gaan we aan de slag met de werkvorm ‘Beeldcoaching: observeren om te leren’.

  • De beeldcoaching geeft ons meest kans om ervaringen uit te wisselen als we werken in duo’s of trio’s. Als we in onze groep één of meer kritische vrienden mee uitgenodigd hebben, spreiden die zich best over de groepjes.
  • We kunnen er ook voor kiezen om met de hele groep samen naar elkaars materiaal te kijken. Dat vraagt wel meer vertrouwen, tijd en een veilig leerklimaat.

3. GPS voor inclusie: verder op weg

  • Helpende gedachten: hoe kijken we groeigericht? 

Onze opvattingen en overtuigingen bepalen in welke mate we erin geloven dat wij inclusieve leeromgevingen kunnen creëren. Groeigericht denken helpt ons daarbij om ons leerproces als inclusieve leerkracht vol te houden. Het maakt dat we erin geloven dat onze collega’s, leerlingen, ouders en andere partners kunnen blijven leren en groeien.

Daarbij krijgen helpende gedachten op verschillende manieren vorm.

  • Met metaforen of beelden kan je uitdrukken hoe je kijkt naar diversiteit, samenwerking of inclusie en naar verandering. Je kan metaforen of beelden ook benutten om jezelf te stimuleren een uitdaging aan te gaan. Bijvoorbeeld kan een afbeelding van een boot met de wind in de zeilen of van een kronkelende weg die naar een mooie horizon leidt,… misschien motiverend werken. De doos ‘Water naar de zee dragen’ bevat heel wat inspirerende beelden die kunnen stimuleren om creatief te denken. Evengoed vinden we heel wat beelden op internet, in tijdschriften, kranten, op ansichtkaarten, flyers of reclame,...
  • Wie niet van beelden of metaforen houdt, haalt misschien motivatie uit een quote of uitspraak.  Bijvoorbeeld halen sommigen moed uit de uitspraak ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’ van Pippi Langkous, of ‘Fouten maken moet’.
  • Online vind je ook heel wat motiverende cartoons (bv. ‘Loesje’ op Pinterest) en filmpjes (bijvoorbeeld de ‘Les van de ganzen’ of een Flashmob om verbindend samenwerken te illustreren). Specifiek in functie van een ‘growth mindset’ kan je inspiratie vinden in de nieuwsbrieven en op de facebookpagina’s van ‘Omdenken’, ‘Platform Mindset’, ‘Alles over gedrag’, ‘Talentenlab’,... Voor Potential verzamelden we een aantal voorbeelden op een Pinterestbord over coaching en op een Youtubekanaal over inclusie. Daarbij is het belangrijk om doelgericht te zoeken naar wat jou écht helpt en je niet te laten overspoelen door de informatiestroom.

Stilstaan bij onze eigen kijk en die stretchen om groeigericht te denken, is niet vanzelfsprekend. Nadenken over welke gedachte ons kan ondersteunen om te geloven in de groei van elke leerling, ouder, collega en partner doen we daarom best samen met anderen. Dat kunnen collega’s zijn of een kritische vriend. Om elkaar te motiveren en net dat extra duwtje in de rug te geven om te blijven groeien als inclusieve leerkracht, ondanks hindernissen of barrières op ons pad, wisselen we van gedachten over de impact van onze eigen gedachten op wat we in een inclusieve leeromgeving nastreven. Daarbij kunnen we één van de creatieve werkvormen rond  ‘Gedachten die helpen groeien’ benutten.

  • Welke van je gedachten helpen of hinderen je om je doel van kwaliteitsvol onderwijs voor alle leerlingen te bereiken?
  • In welke mate hinderen bepaalde ideeën over inclusief onderwijs je om er voluit voor te gaan? Of helpen bepaalde overtuigingen je net om dit ideaal te blijven nastreven?

Brainstorm-methodieken kunnen ook helpen om ons denken te stretchen en om buiten onze comfortzone te treden. Een voorbeeld is de methodiek reverse-brainstorm. In plaats van meteen stil te staan bij mogelijke oplossingen, maken we daarbij het probleem eerst erger om van daaruit mogelijke oplossingen of acties te bedenken. Dit helpt om onze mindset te verbreden of te veranderen. Daarbij gaan we als volgt te werk.

  • Beschrijf je uitdaging of probleem.
  • In plaats van te focussen op oplossingen, maken we het probleem of de uitdaging eerst erger: wat als het echt rampzalig zou worden? Schrijf alle mogelijke problemen die je dan bedenkt apart op (bv. geen medewerking van leerlingen, in een kleiner lokaal terecht komen, enz.).
  • Bij elk probleem bedenk je een mogelijke oplossing/actie.
  • Selecteer een mogelijke oplossing die jou kan helpen of die je alvast anders naar je probleem doet kijken.

 

  • Verder op weg naar inclusie

Neem je eigen doel voor ogen. Bedenk hoe je dat eventueel wil bijsturen en welke acties je gaat ondernemen. Ondersteun elkaar met de volgende richtvragen:

  • Welk doel heb je voor ogen om verder te groeien als inclusieve leerkracht?
  • Stel je voor dat je op het einde van het professionaliseringstraject in beeld brengt dat je dat doel bereikt hebt, of minstens een extra stap gezet hebt. Wat zie je jezelf dan doen in je omgang met diversiteit of je samenwerking met bepaalde partners?
  • Wat heb je nodig om dat te kunnen bereiken, bijvoorbeeld bepaalde kennis, inspirerende voorbeelden, steun, overleg, een observatie, samen iets doen,…? Bij wie kan je daarvoor terecht in je netwerk of daarbuiten?
  • Wat ga je nu doen? Welk acties ga je ondernemen? Omschrijf je volgende stap(pen) concreet.
  • Welke bevindingen wil je delen met collega’s, de directie en/of andere partners, bijvoorbeeld de zorgcoördinator, leerlingenbegeleider, leerlingen, ouders, een pedagogisch begeleider, ondersteuner,…. Wat wil je hen vertellen over wat werkt om inclusieve leeromgevingen te creëren? Is er een hulpbron of inspirerende ervaring die je wil delen? Of wil je feedback geven over wat je ondersteunend vindt in het traject, wat je meer of anders verwacht, waarnaar je op zoek bent,…?

Noteer je reflecties in de groeibundel. In de volgende bijeenkomsten komt de focus immers op hoe we kennis en ervaringen kunnen delen met ons breder schoolteam en acties kunnen verankeren in ons schoolbeleid (focus C: Verbreding en verankering).  Onze reflecties over ons doel en onze acties vormen daarbij het vertrekpunt. Zet ze dus vast en houd ze bij. Zo kunnen we ze in de bijeenkomst ‘Verdieping en verbreding’ benutten om de uitwisseling in de vorm van een pedagogische studiedag of personeelsvergadering samen voor te bereiden.

  • Praktijkopdracht

 

  • Breng je acties in de praktijk. Probeer iets uit. Maak het klein, concreet en realiseerbaar. Betrek je leerlingen, ouders, collega’s, directie of anderen waar mogelijk.
  • Ondersteun elkaar bij je acties. Spreek af hoe je elkaar daarbij kan motiveren of aanmoedigen, bijvoorbeeld met een groeigerichte gedachte.
  • Illustreer je competentiegroei vanuit deze acties op een manier die jou ligt. Breng dat in beeld aan de hand van je reflecties en/of iets tastbaars dat verwijst naar wat je hebt gedaan (bv. een foto, een citaat, een brooddoos, een folder, een afspraak in je agenda, een schema of tekening,…).

BEGELEIDING/ONDERSTEUNING/ COACHING

Om je collega’s tot leren te brengen en te helpen groeien in hun competenties voor inclusie, beschik je als coach  over een aantal coachende vaardigheden. Door die gericht in te zetten, draag je bij aan een leerklimaat dat

  • onderzoekend is (via de vaardigheid verkennen en exploreren),
  • feedback verwelkomt (via de vaardigheden waarderen en betrokken confronteren),
  • creativiteit stimuleert (via de vaardigheden uitdagen en inspireren)
  • ontspannen is (via de vaardigheden ruimte geven/toelaten en ontspannen).

Beeldcoaching is een specifieke vorm van coaching, waarbij je dezelfde vaardigheden kan benutten.

  • Wees benieuwd naar wat er speelt bij je collega’s, zowel inhoudelijk als in hun beleving. Vraag voldoende door en vat geregeld samen. Moedig ook je collega’s aan om zo een verkennende, onderzoekende houding aan te nemen. Dat creëert een sfeer waarin je kan leren van elkaar.
  • Waardeer je collega’s klein en concreet voor wat je hen hoort zeggen of ziet doen. Je kan bijvoorbeeld ook hun inzet of het feit dat ze zich lerend of kwetsbaar opstellen, waarderen.
  • Geef ook kritische feedback. Als je de neiging hebt om kritiek in te houden, probeer dan je zorg ook onder woorden te brengen, bijvoorbeeld ‘Ik wil je niet kwetsen of niet overkomen als iemand die het allemaal beter weet. Toch denk ik dat deze werkvorm te moeilijk is voor je leerlingen’. Je zorg uitspreken vormt dan een soort opstap om vervolgens ook je kritiek helder te brengen.
  • Elkaars ervaringen, meningen en voorbeelden horen werkt inspirerend. Soms geven of vragen mensen in de groep ook naar tips. Vanuit je belangstelling als coach, verken je ook wat diegene tot wie de adviezen of ideeën gericht zijn, ermee kan. Bevraag ook of hij of zij ook andere, aanvullende ideeën heeft.
  • Gericht op diversiteit en inclusie zijn er heel wat thema’s waarrond collega’s concreet kunnen werken. Daag hen uit om echt scherp te stellen wat ze precies willen bereiken en wanneer ze werkelijk tevreden zullen zijn over hun groei in de competenties voor inclusie.
  • Soms duiken er moeilijke gevoelens op of ontstaat er spanning bij jou of in de groep. Bijvoorbeeld rijst er angst of onzekerheid als iets niet lukt, weerstand bij collega’s, ontgoocheling of kwaadheid over een gebrek aan steun van ouders, directie of externe partners. Het is de kunst om deze gevoelens evengoed toe te laten als vreugde en tevredenheid. Als je nieuwsgierig verkent hoe collega’s die angst, weerstand, kwaadheid precies beleven, lukt het vaak gemakkelijker om ook te verhelderen wat ze niet meer willen of wel willen. Door lastige gevoelens de ruimte te geven die ze nodig hebben, zakken ze geleidelijk aan en groeit er meestal vanzelf weer enthousiasme.
  • Als coach ontspannen, ook wanneer collega’s over complexe situaties of problemen spreken, vraagt een leerproces. Dat leer je met vallen en opstaan. Lukt iets niet, adem dan even diep in en doe er niet moeilijk over. Zo toon je dat je ook bij wat misgaat, relaxed kan blijven.

MATERIAAL

Presentatie Eigen acties in de praktijk
Groeibundel Spring-in-‘t-veld: samen groeien naar inclusie

Gelijkaardige materialen:

  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 15- 20min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 0- 0min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 20- 30min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 0- 0min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 15- 20min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 15- 20min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 20- 30min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 160- 190min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 30- 40min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 180- 720min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 20- 40min
  • Media Media:
  • Thema Thema:
  • Duurtijd Duurtijd: 60- 90min
  • Media Media: